zaterdag 17 juni 2017

Overleven in Lent - deel 3: Overstromingen

Jenneke Dijckman (1745 – 1827), oudovergrootmoeder



1769

Jenneke is nog geen twee maanden getrouwd als op 28 december 1769 de dijk tussen Huissen en Angeren het begeeft. Meerdere doorbraken volgen en de hele Betuwe stroomt vol. Jenneke moet haar huis ontvluchten. Het is haar eerste watersnood, het zal niet haar laatste zijn.


1781

In 1781 is het alweer raak, als de bandijk bij Lent doorbreekt:


In het laatste van de maand Januarii raakte de Waal sterk met drijfijs bezet : den 26 zettede zig een zwaare ijsdam (n) bij de stad (Nijmegen, AH), tegens welke het water oprijzende veele verzinkingen in de Dijken veroorzaakte.

Den volgende dag brak den ijsdam aldaar los, en zakte de rivier af tot bij Varik. Tusschen den 27 en 28 des nagts stroomde het water op veele plaatzen over de Dijken in het Ampt tusschen Maas en Waal twee of drie voeten, zijnde op dat oogenblik hooger gerezen dan in den jaare 1740, en verwekte vijf doorbraaken in den Waaldijk bij de Dorpen Wamel en Dreumel, waar door het geheele Ampt tusschen Maas en Waal nevens een gedeelte van het Rijk van Nijmegen overstroomd wierd.(Bron)

Jenneke redt het vege lijf, samen met haar man en kinderen, waarvan de jongste, Margaretha, net negen maanden oud is.


1784

Drie jaar later is de bevroren Waal nogmaals de oorzaak van een overstroming:

Op 27 februari 1784 brak ook het ijs in Nijmegen los. Iets verder stroomafwaarts, bij het dorpje Druten, zat de rivier echter nog muurvast. Achter deze ijsdam begonnen de brokken ijs en het smeltwater zich daarom in rap tempo op te hopen. In een poging om een ramp te voorkomen probeerde de lokale bevolking nog snel de dijken te verhogen. Zij maakten hierbij gebruik van allerlei materialen, waaronder mest dat aangeleverd werd door de boeren. Het mocht allemaal echter niet baten en na verloop van tijd braken de dijken langs de Waal op maar liefst elf plaatsen door. Ook Nijmegen liep onder water en de onderste muurtoren van het Valkhof stortte in. (Bron)

Watersnood 1799, tekening vanaf Lentse oever


1799, 1809, 1820

Vervolgens breekt in 1799 de bandijk voor Doornik over een grote breedte, is er in 1809 een dijkdoorbraak die vooral Oosterhout treft, maar ook in Lent grote schade aanricht, en krijgt het dorp tenslotte nog een veeg mee van de grote watersnood van 1820 waarbij 1300 km² onder water komt te staan.

Jenneke verlaat zes keer huis en haard, om bij elke terugkeer een puinhoop aan te treffen waarop ze telkens weer met pijn en moeite een nieuw bestaan opbouwt.

Met grote dank aan de website van de Lentse Historische Kring, waar ik veel informatie over de geschiedenis van Lent heb gevonden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten