dinsdag 9 januari 2018

De vlucht naar het noorden


Maria Joanna Hendrickx (1858 - 1945)
Gertrudis Beek (1874 - 1945)



Mijn moeder deed altijd geringschattend over Nederlanders van beneden de rivieren tijdens de Tweede Wereldoorlog: ‘Die hebben de hongerwinter niet meegemaakt.’ Waarop steevast verhalen volgden over haar fietstochten - op een fiets zonder banden! - langs boerderijen, op zoek naar voedsel. Dat ook zij, als inwoner van het Gelderse Ede, die winter geen dag honger heeft geleden, heb ik haar nooit onder ogen durven brengen.

Toch is haar versie me bijgebleven en leefde ook bij mij het idee dat Nederland ten zuiden van de Rijn eind 1944 al was bevrijd. Het lot van Maria Joanna Hendrickx vertelt een ander verhaal.

Maria is een ver familielid van mijn moeder. Ze wordt op 17 maart 1858 geboren in Swalmen en trouwt daar negentwintig jaar later met Arnoldus Thomassen, een houtkoopman uit hetzelfde dorp. Ze krijgt met hem zes kinderen, totdat hij in 1903 overlijdt, 44 jaar oud. Ze hertrouwt niet, verhuist in de jaren daarna naar Roermond, waar ze begin 1931 woont. Tot zover past ze in het plaatje van zoveel leden uit de stamboom Wijnen. De locatie waar ze overlijdt, op 18 februari 1945, past daar niet in: Sneek.

Wat doet een 86-jarige Limburgse weduwe tijdens de oorlog in Sneek? Ik probeer een aannemelijke theorie te verzinnen en kom niet verder dan logeren bij familie. Haar kinderen zijn de handel in gegaan, een zoon trouwt in Rotterdam, het is mogelijk dat men zich heeft verspreid.

Het is een van de vele vraagtekens die je bij een stamboomonderzoek tegen komt. Lang houd je je er niet mee bezig, want opgelost krijg je ze zelden. In dit geval stuit ik echter een paar dagen later op Gertrudis Beek, 1874 geboren in Swalmen, overleden in Leeuwarden, 17 maart 1945.

Twee bejaarden uit Swalmen die in 1945, een maand na elkaar, in Friesland overlijden? Dat kan geen toeval zijn. Hier is meer aan de hand dan een familiebezoek. Dus duik ik Google in, op zoek naar de situatie in midden Limburg, gedurende de eerste maanden van dat jaar.

De zegeningen van het internet zijn talrijk (hoe deden genealogen dat vroeger?) en ik vind al snel een bijzonder interessante site met alle antwoorden. Eddy van der Noord heeft er zelfs een boek over geschreven.

Voor wie dit niet allemaal wil lezen, geef ik hier een korte versie: januari 1945 ligt Roermond in de frontlinie en evacueren de Duitsers de stad. Ze dwingen de bewoners naar het Duitse Brüggen te lopen, tien kilometer verderop, waar ze in veewagons worden geladen. Een moeizame tocht door Duitsland volgt, waarbij de treinen zelfs door geallieerden onder schot worden genomen.

In Friesland aangekomen is een eerste opvang in Leeuwarden, waar de vervuilde evacueés worden ontluisd, schoon geschrobd en medisch gekeurd. Daarna verspreiden ze zich over de provincie en verblijven ze bij particulieren, totdat ze tussen juni en augustus 1945 terugkeren naar het inmiddels bevrijde Limburg.      

Dat wil zeggen: degenen die het overleven. De website noemt enkele baby’s die tijdens de reis sterven, ik weet dat Maria en Gertrudis nooit zijn teruggekeerd en vraag me af hoeveel andere Limburgers in Friesland hun graf hebben gevonden.


Maria Joanna Hendrickx laat nog een laatste spoor na in Roermond, waar op 20 november 1945 eindelijk haar overlijden wordt geregistreerd, negen maanden na de optekening in Sneek. Mijn moeder is dan al een half jaar bevrijd.