dinsdag 22 augustus 2017

De eigenzinnige koster – Deel 1

Bernardus Westenbergh (1711 – 1756), oudovergrootvader


Eigenlijk zijn er twee kosters: vader Jacobus (1669 – 1745) en zoon Bernardus (1711 – 1756). Beiden waren ze koster van de Nederlands-hervormde Matthijs Kerk in Maastricht, tegenwoordig de rooms-katholieke Sint-Matthiaskerk, nog steeds indrukwekkend massief gelegen langs de Boschstraat.

Zoon Bernardus treedt in zijn vaders voetsporen op vrijdag 17 maart 1741. We weten dit omdat hij dat zelf heeft genoteerd in 'het Register Boek der begravenisse van de Matthijs Kerk'. Het zal niet de enige keer zijn dat hij hierin andere zaken noteert dan waarvoor het is bedoeld: de administratie van de begrafenisopbrengsten.



In zijn zwierige handschrift, gelardeerd met barokke krullen, schrijft hij:

Den 17 Maart 1741 ben ik B: Westenberg door de Eerwaarde Heeren van den KKenraad (Kerkenraad, AH), en de Heeren Kerkmeesters, aangesteld tot Coster in plaats van mijn Vader 

Ik ben niet eerder een koster tegengekomen die zoiets doet, en ik heb al heel wat registers doorgeplozen. Op mij maakt het de indruk van een zeer zelfbewuste, om niet te zeggen hoogmoedige, Bernardus Westenbergh.

Hoogmoed komt voor de val, zegt het spreekwoord en ook hier zien we dat gebeuren, op dezelfde pagina nog wel. Deze notitie is namelijk de tweede versie. De eerste staat erboven en is doorgehaald.

 
Achter de doorhalingen is de tekst nog leesbaar:

Den 17 Maart 1741 ben ik B. Westenberg door de Eerwaarde Heeren van den KKenraad aangesteld tot Coster, in plaats van mijn vader.

Wat is het verschil met de tweede versie? Hij was de ‘Heeren Kerkmeesters’ vergeten. Is hij er zelf achter gekomen of is hij op zijn omissie gewezen? Te oordelen aan de woeste krassen en inktspatten is hij erop gewezen, misschien zelfs door zijn eigen vader. Hij was in ieder geval flink boos.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten