zondag 28 augustus 2022

Waaghals

Egbert Egberts Imker (± 1700 - < 1755) Oudbetovergrootvader
Geesjen Thomas de Bour (± 1702 – 1771) Oudbetovergrootmoeder
Tomes Egbers IJmker (1732 – 1811) Oudovergrootvader
Egbert Egberts IJmker (1734 – 1821) Oudovergrootoom

Haardstedengeldregister 1729

In een haardstedengeldregister uit 1729 staat tussen de namen van de belastingplichtigen opeens ‘waagh-hals’. Is dat een naam? Waarom is het dan niet met een beginkapitaal geschreven? De overige namen in de lijst zijn wél geschreven met een beginkapitaal. Hier is dus iets vreemds aan de hand. 

Haardstedengeldregister 1744

Een haardstedengeldregister uit 1744 biedt uitkomst. Hier is sprake van een ‘Egbert Egberts waaghals’. Normaliter zou je zeggen: voornaam, patroniem, familienaam. Alleen is ook hier waaghals zonder beginkapitaal geschreven en is het dus geen familienaam. Wel weet ik nu voldoende om te zien dat met Egbert Egberts waaghals mijn Oudbetovergrootvader Egbert Egberts Imker (±1700 - <1755) wordt bedoeld.

Begrafenisregister

Hoe ik dat weet? Nou, als op 28 mei 1771 in Hoogeveen zijn weduwe wordt begraven, wordt zij in het begrafenisregister ‘Geesjen Tomas waaghals’ genoemd. 

Ik vermoed dat waaghals een aliasnaam of een bijnaam is. Het verschil tussen de twee is dat een aliasnaam zelfgekozen is en een bijnaam door anderen gebezigd wordt. Er zijn verschillende soorten aliasnamen en bijnamen, zoals namen ontleend aan een beroep of namen verbonden aan een locatie. Hier is volgens mij sprake van een naam die te maken heeft met een eigenschap. Of het een aliasnaam of een bijnaam is weet ik niet. Wel vind ik het opmerkelijk dat in beide registers, die 26 jaar verschillen in ouderdom, waaghals de plaats heeft ingenomen van de familienaam. De naam was dus goed ingeburgerd. 

Zo goed ingeburgerd, dat twee zonen van Egbert Egberts en Geesjen Tomas er ook gebruik van maakten (of: zo werden genoemd).

Begrafenisregister

De eerste is Tomes Egbers IJmker (1732 – 1811). Als op 3 oktober 1770 zijn twee jaar oude zoontje Egbert Thomas wordt begraven staat in het begrafenisregister ‘Thomas waaghals zijn kind beg.’

Haardstedengeldregister 1777

De tweede is broer Egbert Egberts IJmker (1734 – 1821) die in vijf haardstedengeldregisters tussen 1765 en 1777 ‘Echbert waaghals’ wordt genoemd. 

In beide gevallen zijn niet alleen de familienamen, maar ook de patroniemen gesneuveld. De voornaam + waaghals was blijkbaar voldoende om te weten wie er bedoeld werd. 

En hiermee sterft de aliasnaam/bijnaam uit. Tomes Egbers wordt als Tomes Egbers begraven en Egbert Egberts sterft als Egbert IJmker. Latere generaties gebruiken waaghals niet meer, voor zover ik dat heb kunnen ontdekken. 

Zoals zo vaak na een genealogisch onderzoek zijn er meer vragen dan antwoorden. Is waaghals en aliasnaam of een bijnaam? Wie was de waaghals? Werd waaghals echt niet eerder dan 1729 en niet later dan 1777 gebruikt? Wisten de waaghalzen dat hun namen zo werden opgeschreven?

Deze vragen zullen nog wel een tijdje door mijn hoofd zoemen. In ieder geval kan ik nu zonder te liegen beweren dat zich onder mijn voorouders vier waaghalzen bevonden. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten