vrijdag 10 november 2017

De trek naar het zuiden

Mijn ouders hebben elkaar ontmoet omdat hun vaders stomtoevallig op hetzelfde moment in dezelfde plaats (Ede) waren gelegerd. Contact tussen deze twee zo verschillende families – de Drentse turfschippers Huberts versus de Limburgse landbouwers Wijnen – zou anders uitgesloten zijn geweest. Dat dacht ik tenminste, totdat ik op Johannes Eshuis stuit, lid van de Huberts-stamboom.

Johannes wordt in 1880 in Hoogeveen geboren, als oudste zoon van Arend Eshuis, binnenvaartschipper. Als Johannes in 1903 te Hoogeveen trouwt met Margje Slender, dochter van een scheepstimmerman, is hij inmiddels zelf schipper. Tot mijn verbazing vind ik echter dat hij in 1970 in Treebeek is begraven. Treebeek ligt in Zuid-Limburg.

En zo zijn er meer. Lambert Nijmeijer wordt in 1895 geboren in Hoogeveen, maar sterft in 1958 in Venray, Koob Prins *1901 Hoogeveen, +1958 Brunssum en Johannes Pastoor *1887 Hoogeveen en +1967 Brunssum. Dit zijn slechts een paar voorbeelden uit een ontwikkeling die ik begin twintigste eeuw zie ontstaan in de stamboom Huberts.

Families die zich eeuwenlang in Hoogeveen en omgeving (Zuidwolde, Avereest) hebben opgehouden, die generaties lang met plaatsgenoten zijn getrouwd, komen opeens in beweging. Meestal trouwen ze nog in het noorden, met een meisje uit het eigen dorp, om daarna te verhuizen naar Zuid-Limburg. En dat is logisch, als je erover nadenkt.


Want als Adolf Menzo, in 1873 te Avereest geboren, zevenenveertig jaar later overlijdt in Hoensbroek staat in zijn overlijdensakte dat hij mijnwerker is. Staatsmijn Wilhelmina opent in 1906, Emma in 1911 en Hendrik in 1915. Er ontstaan twee tegengestelde economische krachten. Enerzijds een enorme vraag naar arbeid in Zuid-Limburg en anderzijds een uitval aan werk in de noordelijke veenkoloniën: de steenkool vervangt immers de turf waarvan men daar leeft.

Ik vind het grappig dat ik zo’n economische ontwikkeling kan terugvinden in mijn stamboom, in dit geval de trek van turf naar steenkool. Met als ultiem gevolg dat leden van de twee families buren worden en er in Zuid-Limburg onvermijdelijk meer ontmoetingen hebben plaatsgevonden zoals die tussen mijn ouders.